Voorkennis:

Voor deze cursus is geen voorkennis vereist.

Belangrijkste leerdoelen:

• Vertellen over je karakter, hobbies en familie.
• Jezelf en anderen voorstellen.
• De tegenwoordige tijd leren.
• De uitspraak.

Materiaal:

hoofdstukken 1 en 2 uit Gente Hoy 1

Voorkennis:

• Regelmatige werkwoorden in de tegenwoordige tijd.
• Jezelf en anderen voorstellen.

Belangrijkste leerdoelen:

• Vertellen wat je wel en niet leuk vindt (gustar, preferir).
• Gesprekken voeren in een winkel.
• Onregelmatige werkwoorden in de tegenwoordige tijd.

Materiaal:

hoofdstukken 3 en 4 uit  Gente Hoy 1

Voorkennis:

• Onregelmatige werkwoorden in tegenwoordige tijd.
• Vertellen wat je wel en niet leuk vindt (gustar, preferir).

Belangrijkste leerdoelen:

• Advies leren geven.
• Leren bestellen in een restaurant.
• Wederkerige werkwoorden (levantarse, ducharse).

Materiaal:

hoofdstukken 5 en 6 uit Gente Hoy 1

Voorkennis:

A1. Onregelmatige en wederkerige werkwoorden.

Belangrijkste leerdoelen:

• Vertellen over je carrière en vaardigheden.
• Een reis plannen.
• Pretérito perfecto (he leído)
• Presente continuo (estoy aprendiendo).

Materiaal:

hoofdstukken 7 en 8 uit Gente Hoy 1

Voorkennis:

• Pretérito perfecto (he leído).​
• Presente continuo (estoy aprendiendo).

Belangrijkste leerdoelen:

• Leren vergelijken (más/menos… que, tan/tanto… como)
• Prioriteiten communiceren binnen een project.
• Pretérito indefinido (ayer trabajé).

Materiaal:

hoofdstukken 9 en 10 uit Gente Hoy 1

Voorkennis:

• Pretérito perfecto (hoy he leído).​
• Pretérito indefinido (ayer trabajé).

Belangrijkste leerdoelen:

• Een woning leren beschrijven.
• El imperativo (come, habla).
• El pretérito imperfecto (llovía, estudiaba).

Materiaal:

hoofdstukken 11 en 12 uit Gente Hoy 1

Voorkennis:

Niveau A2.​

Belangrijkste leerdoelen:

• El condicional (viajaría, viviría).
• Genuanceerd leren praten over je karakter en interesses.
• Indirecte vragen (Me gustaría saber dónde vives).

Materiaal:

hoofdstukken 1 en 2 uit Gente Hoy 2

Voorkennis

• Pretéritos perfecto, indefinido, imperfecto.
• El imperativo afirmativo (come, habla).

Belangrijkste leerdoelen:

• Pretérito pluscuamperfecto (había llamado).
• Leren praten over gezondheid.
• Advies geven met imperativo negativo (no fumes).

Materiaal:

hoofdstukken 3 en 4 uit Gente Hoy 2

Voorkennis:

• Imperativo negativo (no fumes).

Belangrijkste leerdoelen:

• El presente de subjuntivo (hable, sea).
• Voorwerpen leren beschrijven.
• De toekomstige tijd (llamaré, vendré).

Materiaal:

hoofdstukken 5 en 6 uit Gente Hoy 2

Voorkennis:

• Presente de subjuntivo (hable, sea).
• De toekomstige tijd (llamaré, vendré).

Belangrijkste leerdoelen:

• Genuanceerd je mening leren geven.
• Hypotheses formuleren (Cuando haya justicia, habrá paz).
• Genuanceerd leren praten over emoties.

Materiaal:

hoofdstukken 7 en 8 en 10 uit Gente Hoy 2

Voorkennis:

• Presente de subjuntivo (hable, sea).
• De toekomstige tijd (llamaré, vendré).

Belangrijkste leerdoelen:

• Een verzoek formuleren.
• De indirecte rede (Laura me ha pedido que venga).
• Verschillende gradaties van (on)zekerheid uitdrukken.

Materiaal:

hoofdstukken 9 en 10 uit Gente Hoy 2

Voorkennis:

• B1. Presente de subjuntivo (hable, sea).
• De indirecte rede (Laura me ha pedido que venga).​

Belangrijkste leerdoelen:

• Woordenschat uitbreiden en vloeiender worden.
• Relatieve zinnen met voorzetsel (un trabajo en el que poder aprender).
• Perífrasis (ponerse a llorar, quedarse mirando).

Materiaal:

hoofdstukken 1 en 2 uit Gente Hoy 3

Voorkennis:

• Presente de subjuntivo (hable, sea).
• Relatieve zinnen (un trabajo en el que poder aprender).

Belangrijkste leerdoelen:

• Woordenschat uitbreiden en vloeiender worden.
• Een biografie schrijven.
• Imperfecto de subjuntivo (hiciera, fuese).

Materiaal:

hoofdstukken 3 en 4 uit Gente Hoy 3

Voorkennis:

• Presente de subjuntivo (hable, sea).
• Imperfecto de subjuntivo (hiciera, fuese).

Belangrijkste leerdoelen:

• Woordenschat uitbreiden en vloeiender worden.
• Voorwaarden stellen bij een project (siempre y cuando).
• Een voorstel maken (habría que, propongo).
• Het verschil tussen pasar, pasarse, pasarlo.

Materiaal:

hoofdstukken 5 en 6 uit Gente Hoy 3

Voorkennis

• Presente de subjuntivo (hable, sea).
• Imperfecto de subjuntivo (hiciera, fuese).

Belangrijkste leerdoelen:

• Woordenschat uitbreiden en vloeiender worden.
• Een doel uitdrukken (con vistas a/ a fin de).
• Het verschil tussen ‘amigo viejo/viejo amigo’.
• Werkwoorden met voorzetsel (luchar por, tender a).

Materiaal:

hoofdstukken 7 en 8 uit Gente Hoy 3

Voorkennis

• Presente de subjuntivo (hable, sea).
• Imperfecto de subjuntivo (hiciera, fuese).

Belangrijkste leerdoelen:

• Woordenschat uitbreiden en vloeiender worden.
• Hypotheses formuleren over het verleden.
• Pluscuamperfecto de subjuntivo (hubiera llamado).
• Reflecteren op tradities uit de Spaanstalige wereld.

Materiaal:

hoofdstukken 9, 10 en 11 uit Gente Hoy 3